Als in 'Extra → Instellingen → Bestands-/mapbewerkingen → Algemeen' onder 'Verplaatsen' de optie 'FreeCommander gebruiken' is geselecteerd, wordt na activeren van 'Bestand → Verplaatsen met dialoog' of de sneltoets 'F6' het FreeCommander-dialoogvenster 'Verplaatsen' geopend.

Het dialoogvenster 'Verplaatsen' bevat de volgende TABs

• Verplaatsen
• Bestanden
• Instellingen

de aanwijzingsregel

• Wachten op start van bewerking op: ... bestand(en), ... map(pen)

en de knoppen

• Wachtrij
• Uitvoeren
• Annuleren

TAB: Verplaatsen

Geselecteerde item(s)

De weergave van de 'Geselecteerde item(s)' is afhankelijk van het aantal te verplaatsen items:

• Eén te verplaatsen item
  Als slechts een bestand (of een map) is geselecteerd, staat onder 'Geselecteerde item(s)' de naam van het te verplaatsen bestand/map.
• Meer te verplaatsen items
  Als meer bestanden (en/of mappen) zijn geselecteerd, staat onder 'Geselecteerde item(s)' het aantal te verplaatsen bestanden/mappen.

van

Onder 'van' staat de map waaruit de geselecteerde bestanden/mappen moeten worden verplaatst.

Doel

• Invoerveld 'Doel'
  In het invoerveld 'Doel' staat standaard de inactieve map en, als slechts één item is geselecteerd, de naam van het item. Als meer items zijn geselecteerd, staat er '*.*'.
  Als slechts één bestand is geselecteerd, is de naam van het bestand gemarkeerd. Anders is de hele inhoud van het invoerveld gemarkeerd.
• Optie 'Huidige map gebruiken'
  Als deze optie is aangevinkt, wordt de map in het invoerveld met de actieve map overschreven. Dan zijn bron- en doelmap identiek.
  
Door een nieuwe klik op de optie, wordt het vinkje weer verwijderd en de standaardveldinhoud weer teruggezet.
• Knop
  
Na activeren van verschijnt een keuzelijst met de favoriete mappen. Na klikken op een map in de keuzelijst wordt de map in het invoerveld met de gekozen favoriete map overschreven.
• Knop  
  Na activeren van    of de sneltoets 'F4' verschijnt het standaarddialoogvenster 'Bladeren naar map'. Na markeren van een map en de bevestiging met 'OK' wordt de map in het invoerveld met de gekozen map overschreven.

Alleen bestanden van dit type

• Invoerveld 'Alleen bestanden van dit type'
  Door de inhoud van het invoerveld 'Alleen bestanden van dit type' kan het aantal van de in FreeCommander gemarkeerde items worden beperkt (gefilterd). Daardoor wordt het aantal te verplaatsen items gereduceerd. In het invoerveld kunnen jokers en reguliere expressies worden gebruikt.
  Zodra een filter ingevoerd is en de TAB 'Bestanden' (of de knop 'Uitvoeren') is geactiveerd, wordt de inhoud van de aanwijzingsregel 'Wachten op start van bewerking op: ... bestand(en), ... map(pen)' ververst.
• Knop  
  Na activeren van   verschijnt een keuzelijst met recente invoer in het veld en (voor het invoeren van reguliere expressies) de tekst '<RegExp>:'. Na klikken op een regel in de keuzelijst wordt de inhoud van het invoerveld door de inhoud van de regel overschreven.
• Knop
  Na activeren van verschijnt een keuzelijst met de (via 'Map → Filter → Filter instellen' of toetscombinatie 'Alt+Y') ingestelde filters. Na keuze van een filter wordt de huidige inhoud van het invoerveld met '<Filter>:' + 'Inhoud van het filter' overschreven.

Overschrijfopties

Onder Overschrijfopties kan worden vastgelegd wat met bestanden in de doelmap moet gebeuren, als er al bestanden met dezelfde aam van de te verplaatsen bestanden voorkomen. De volgende overschrijfopties kunnen worden gekozen:

• De gebruiker vragen
  Als deze optie is geselecteerd en er in de doelmap al een bestand met dezelfde naam voorkomt (als van het te verplaatsen bestand), verschijnt het dialoogvenster 'Overschrijven bevestigen' waarin de gebruiken kan aangeven hoe het conflict moet worden behandeld.
• Alle overschrijven
  Als deze optie is geselecteerd, wordt een in de doelmap al voorkomend bestand met dezelfde naam (als van het te verplaatsen bestand) zonder te vragen overschreven.
• Alle overslaan
  Als deze optie is geselecteerd, worden bestanden met een naam die al in de doelmap voorkomt niet verplaatst.
• Oudere overslaan
  
Als deze optie is geselecteerd, worden alleen bestanden met dezelfde naam verplaatst, als de wijzigingsdatum in de doelmap ouder is dan in de bronmap. Daardoor worden alleen nieuwere bestanden verplaatst.
• Kleinere overschrijven
  Als deze optie is geselecteerd, worden alleen bestanden met dezelfde naam verplaatst, als deze groter zijn dan de bestanden in de doelmap.
• Doelbestand automatisch hernoemen
  Als deze optie is geselecteerd, wordt, als in de doelmap al een bestand voorkomt met dezelfde naam (als van het te verplaatsen bestand), dit bestand zonder te vragen hernoemd.
  Voorbeeld: het bestand 'FreeCommander.exe' wordt 'FreeCommander(2).exe'. Als het bestand 'FreeCommander(2).exe' al bestaat, krijgt het de naam 'FreeCommander(3).exe', enz.

Verborgen en systeembestanden overschrijven

Deze optie treedt in werking, als het (te overschrijven) bestand in de doelmap het kenmerk 'Systeem' of 'Verborgen' heeft.

Als deze optie is aangevinkt, worden deze bestanden wat het overschrijven betreft als alle andere bestanden behandeld.

Als deze optie niet is aangevinkt, wordt (onafhankelijk van de geselecteerde overschrijfoptie) het volgende bevestigingsdialoogvenster getoond:

Alleen-lezenbestanden overschrijven

Deze optie treedt in werking, als het (te overschrijven) bestand in de doelmap het kenmerk 'Alleen-lezen' heeft.

Als deze optie is aangevinkt, worden deze bestanden wat het overschrijven betreft als alle andere bestanden behandeld.

Als deze optie niet is aangevinkt, wordt (onafhankelijk van de geselecteerde overschrijfoptie) het volgende bevestigingsdialoogvenster getoond:

Bestand/map-tijdstempel behouden

Als deze optie is aangevinkt, wordt de aanmaakdatum van het item bij het verplaatsen behouden.

De aanmaakdatum wordt pas na het verplaatsen ingesteld. Daarom mag het verplaatsen niet voortijdig worden afgebroken.

TAB: Bestanden

In de TAB 'Bestanden' worden alle te verplaatsen bestanden en mappen weergegeven.

Knop: Opnieuw laden

Na activeren van    worden de bestanden opnieuw geladen. Dat kan zinvol zijn, als bestanden vanaf andere werkplekken kunnen worden bewerkt.

Snelfilterbalk  

Door invoeren van een filter in de snelfilterbalk (onder de lijst van te verplaatsen items) kan het aantal te verplaatsen bestanden worden beperkt. Het snelfilter wordt alleen op bestanden toegepast. Bij een actief snelfilter wordt de optie 'Bestands/maptijdstempel behouden' genegeerd.

• Invoerveld
  In het invoerveld in de snelfilterbalk kan een filter worden ingevoerd. (Voorbeeld: '.bmp; .png; a*.htm')
  Het filter wordt al tijdens het invoeren automatisch geactiveerd.
• Knop  
  Na activeren van   wordt een keuzelijst met de recent ingevoerde filters geopend. Met de knop kan het gemarkeerde filter worden geactiveerd.
• Knop
  Na activeren van  wordt het gemarkeerde filter ingeschakeld. Bovendien verandert het pictogram van de knop naar.
  Na activeren van  wordt het actieve filter uitgeschakeld en verandert het pictogram van de knop weer naar .

TAB: Instellingen

In de TAB 'Instellingen' staan uitgebreide instelmogelijkheden voor het verplaatsproces.

Automatisch sluiten bij geslaagde bewerking

Als deze optie is aangevinkt, wordt het verplaatsdialoogvenster automatisch gesloten, zodra alle verplaatsprocessen met succes zijn afgesloten.

Automatisch sluiten bij geannuleerde bewerking

Als deze optie is aangevinkt, wordt het verplaatsdialoogvenster automatisch gesloten, nadat een verplaatsproces afgebroken is.

Automatisch minimaliseren bij starten van de bewerking

Als deze optie is aangevinkt, wordt het verplaatsdialoogvenster na activeren van   automatisch geminimaliseerd.

Bij het verplaatsen van de symbolische koppeling

'Alleen de symbolische koppeling verplaatsen (admin-rechten).' Bij het verplaatsen van symbolische koppelingen. Hier wordt alleen een melding weergegeven. Er worden geen bestanden verplaatst.

Zie ook hoofdstuk 'Symbolische koppelingen'.

Bewerkingen uitvoeren via ongebufferde I/O

Als deze optie isaangevinkt>, wordt het verplaatsproces via ongebufferde I/O uitgevoerd. Dat kan zinvol zijn, als zeer grote bestanden worden verplaatst. Er kunnen anders door het bufferen van Windows prestatieproblemen optreden.

Ongebufferd verplaatsen van bestanden groter dan (GB):...

Als de optie 'Bewerkingen uitvoeren via ongebufferde I/O' actief is, kan hier de bestandsgrootte in GB worden ingevoerd, van waaraf de bestanden ongebufferd worden verplaatst.

Overschrijfopties opslaan (behalve verborgen/systeem)

Als deze optie is aangevinkt, worden bij het opslaan (met de knop 'Opslaan') de in de TAB 'Kopiëren' ingestelde overschrijfopties opgeslagen (behalve van verborgen en systeembestanden).

Prullenbak gebruiken bij het overschrijven

Als deze optie is aangevinkt, worden alle verwijderacties naar de prullenbak uitgevoerd. Als deze optie niet is aangevinkt, worden bestanden onherroepelijk verwijderd.

Opslaan

Na activeren van 'Opslaan' worden alle instellingen in de TABs 'Verplaatsen' en 'Instellingen' opgeslagen en voor het volgende verplaatsproces in FreeCommander via  'Bestand → Verplaatsen' en de toetscombinatie 'Shift+F6' gebruikt.

Of overschrijfopties ook worden opgeslagen, kan in de optie 'Overschrijfopties opslaan (behalve verborgen/systeem)' worden bepaald.

Aanwijzingsregel: Wachten op start van bewerking op: ... bestand(en), ... map(pen)

In het venster 'Verplaatsen' staat onderaan de aanwijzingsregel 'Wachten op start van bewerking op: ... bestand(en), ... map(pen)', met de aanduiding hoeveel bestanden en mappen er worden verplaatst. Bij het openen van het venster is de regel niet te zien. Steeds wanneer de TAB 'Bestanden' (of de knop 'Uitvoeren') wordt geactiveerd, worden de te verplaatsen bestanden en mappen geladen en wordt hun aantal berekend en weergegeven.

Het aantal te verplaatsen bestanden en mappen (in de aanwijzingsregel weergegeven) kan verschillen van het aantal geselecteerde bestanden en mappen (onder 'Geselecteerde item(s)' weergegeven). Verschillen kunnen optreden, doordat er in het invoerveld 'Alleen bestanden van dit type' een filter kan zijn ingevoerd. Bovendien worden onder 'Geselecteerde item(s)' alle geselecteerde bestanden en mappen geteld. In de aanwijzingsregel worden alle submappen en alle bestanden in geselecteerde mappen en hun submappen meegeteld.

Knop: Wachtrij

Na activeren van de knop   wordt de verplaatsbewerking aan de wachtrij toegevoegd en wordt de afhandeling van de wachtrij gestart. Het dialoogvenster 'Wachtrij' kan met de knop   in de 'Wachtrijstatusbalk worden geopend.

Bestandsbewerkingen via de wachtrij zijn in het hoofdstuk Wachtrij beschreven.

Knop: Uitvoeren

Na activeren van   wordt het verplaatsproces voor alle te verplaatsen items meteen gestart. Na de start verandert het dialoogvenster 'Verplaatsen' op de volgende punten:

Het dialoogvenster 'Verplaatsen' en zijn veranderingen zijn alleen te zien, als (onder de TAB 'Instellingen') de optie 'Automatisch minimaliseren bij starten van de bewerkingen' niet is aangevinkt, omdat er anders na activeren van   automatisch wordt geminimaliseerd.

De TAB 'Instellingen' is niet te zien, wanneer de bewerking in uitvoering is.

Pauzeren

Wanneer deze optie wordt aangevinkt, wordt het verplaatsproces gepauzeerd. Na opnieuw aanklikken van deze optie wordt het vinkje verwijderd en het verplaatsproces voortgezet.

Annuleren

Na activeren van   (tijdens het verplaatsproces) verschijnt de vraag, of het verplaatsproces echt moet worden afgebroken. Na bevestiging wordt het dialoogvenster (zonder verder te verplaatsen) gesloten. De al uitgevoerde verplaatsingen blijven behouden.

Voortgang van de bewerking

De voortgang van de bewerking kan op de volgende locaties afgelezen worden:

• in de titelbalk verschijnt de melding 'x% verplaatst'.
• onder de lijst van items wordt een voortgangsbalk weergegeven.

Verplaatsstatus van de items

In de lijst van items kan aan het pictogram voor elk item de verplaatsstatus van het item afgelezen worden:

•      Item nog niet verplaatst.
•      Item met succes verplaatst.
•      Tijdens het verplaatsen van dit item is een fout opgetreden.

  Het item is niet verplaatst.

  De foutmelding staat in de kolom 'Foutmelding' in de regel van het item.

•      Het verplaatsen van het item is overgeslagen.

Het item is niet verplaatst.

In de meldingsregel staat het zojuist bewerkte item.

De items worden in de volgorde waarin deze in de TAB 'Bestanden' staan verplaatst.

Als de optie 'De gebruiker vragen' is geselecteerd en er in de doelmap al een bestand met dezelfde naam voorkomt (als het te verplaatsen bestand), verschijnt het dialoogvenster 'Overschrijven bevestigen' waarin de gebruiker kan aangeven hoe het conflict moet worden behandeld.

Overschrijven bevestigen

In het dialoogvenster 'Overschrijven bevestigen' kan de gebruiker beslissen of een bestand in een conflictsituatie mag worden overschreven.

Het dialoogvenster verschijnt echter alleen als de kopieeropties niet zijn ingesteld op automatisch zonder waarschuwing overschrijven.

Overschrijven bevestigen

Onder 'Overschrijven bevestigen' wordt (doorgestreept) het te overschrijven bestand met pad, grootte en wijzigingsdatum weergegeven.

• Knop    of toets F2
  Na activeren van de knop   of toets F2 wordt het volgende dialoogvenster geopend:
  
  
Als de optie 'Slechts één veld gebruiken' is aangevinkt, kunnen de naam en extensie van het doelbestand in het veld 'Nieuwe naam' worden gewijzigd.
Als de optie 'Slechts één veld gebruiken' niet is aangevinkt, kunnen de naam en extensie van het doelbestand in twee afzonderlijke velden worden gewijzigd.
Door de knop 'OK' te activeren wordt de verplaatsing uitgevoerd - het doelbestand wordt hernoemd en het te kopiëren bestand wordt gekopieerd.
• Knop   of toets F3
  Door de knop of toets F3 te activeren wordt het bestand in de bestandsviewer weergegeven.
• Knop   of toetscombinatie Alt+Enter
  Na activeren van de knop   of toetscombinatie Alt+Enter wordt het eigenschappenvenster van het bestand geopend.

Met

Onder 'Met' wordt het te verplaatsen bestand met pad, grootte en wijzigingsdatum weergegeven.

• Knop   of toets F2
  Door de knop    of toets F2 te activeren wordt het volgende dialoogvenster geopend:
  
  Als de optie 'Slechts één veld gebruiken' is aangevinkt, kunnen de naam en extensie van het gekopieerde bestand worden gewijzigd in het veld 'Nieuwe naam'.
  Als de optie 'Slechts één veld gebruiken' niet is aangevinkt, kunnen de naam en extensie van het gekopieerde bestand in twee afzonderlijke velden worden gewijzigd.
  Door de knop 'OK' te activeren wordt de verplaatsing uitgevoerd - het doelbestand blijft ongewijzigd en het te kopiëren bestand wordt hernoemd.
• Knop   of toets F3
  Door de knop   of toets F3 te activeren wordt het bestand in de bestandsviewer weergegeven.
• Knop    of toetscombinatie Alt+Enter
  Na activeren van de knop   of toetscombinatie Alt+Enter wordt het eigenschappenvenster van het bestand geopend.

Overschrijven

Als de knop 'Overschrijven' wordt geactiveerd, wordt het onder 'Overschrijven bevestigen' weergegeven bestand met het onder 'Met' weergegeven bestand overschreven.

Alle overschrijven

Als de knop 'Alle overschrijven' wordt geactiveerd, worden alle doelbestanden (met dezelfde naam als een te verplaatsen bestand) zonder verdere waarschuwing verschreven.

Alle oudere overschrijven

Als de knop 'Alle oudere overschrijven' wordt geactiveerd, worden alle doelbestanden (met dezelfde naam als een te verplaatsen bestand) overschreven, als de wijzigingsdatum van het doelbestand voor de wijzigingsdatum van het te verplaatsen bestand ligt – en daarmee het te verplaatsen bestand nieuwer is. Er volgt geen verdere waarschuwing.

Overslaan

Als de knop 'Overslaan' wordt geactiveerd, wordt het (onder 'Met') weergegeven bestand niet verplaatst. Het (onder 'Overschrijven bevestigen') weergegeven bestand wordt niet overschreven.

Alle overslaan

Als de knop 'Alle overslaan' wordt geactiveerd, wordt geen doelbestand (met dezelfde naam als een te verplaatsen bestand) zonder verdere waarschuwing overschreven.

Knop: Annuleren

Als de knop   wordt geactiveerd, wordt het verplaatsproces afgebroken. Alle al uitgevoerde verplaatsingen blijven behouden.

Meer opties

Na activeren van 'Meer opties' wordt een keuzelijst geopend met de volgende opties:

• Alle kleinere overschrijven (grotere verplaatsen)
  Na activeren van deze optie, worden alle doelbestanden (met dezelfde naam als een te verplaatsen bestand) overschreven,als deze kleiner zijn dan de te verplaatsen bestanden.
• Doelbestanden automatisch hernoemen
  Na activeren van deze optie worden alle doelbestanden (met dezelfde naam als een te verplaatsen bestand) eerst automatisch hernoemd. Vervolgens wordt het bronbestand normaal verplaatst.
  Voorbeeld: bestand 'FreeCommander.exe' wordt het bestand 'FreeCommander(2).exe'. Als het bestand 'FreeCommander(2).exe' al bestaat, krijgt het de naam 'FreeCommander(3).exe', enz.
• Verplaatste bestanden automatisch hernoemen
  Na activeren van deze optie worden de te verplaatsen bestanden hernoemd naar de doelmap verplaatst. In de bronmap blijft de naam van het bestand behouden.
  Voorbeeld: bestand 'FreeCommander.exe' wordt het bestand 'FreeCommander(2).exe'. Als het bestand 'FreeCommander(2).exe' al bestaat, krijgt het de naam 'FreeCommander(3).exe', enz.