Extra - Instellingen - Weergave - Bestanden-/mappenlijst
TAB: Algemeen


Via 'Extra → Instellingen → Weergave → Bestanden-/mappenlijst' kan in de TAB 'Algemeen' het volgende worden ingesteld:



Verborgen bestanden tonen

Als deze optie is aangevinkt, worden ook bestanden met het kenmerk 'Verborgen' weergegeven. Aan deze bestanden kan onder de TAB 'Kleur van items' een eigen kleur worden toegewezen.
Alleen zeer ervaren gebruikers mogen deze optie gebruiken.

Aanwijzing: De weergave van verborgen mappen in de bestandenboom kan afzonderlijk onder 'Bestanden-/Favorietenboom' worden ingesteld.

Systeembestanden tonen

Als deze optie is aangevinkt, worden ook bestanden met het kenmerk 'Systeem' weergegeven. Aan deze bestanden kan onder de TAB 'Kleur van items' een eigen kleur worden toegewezen.
Alleen zeer ervaren gebruikers mogen deze optie gebruiken.

Tooltips van bestanden en mappen tonen

Als deze optie is aangevinkt en de muisaanwijzer bovenop een bestand (of een map) staat, wordt korte informatie van het bestand (de map) weergegeven (Tooltip, Quickinfo).

Alleen bestanden tonen

Als deze optie is aangevinkt, worden mappen alleen in de boom (en niet in lijst- en detailweergave) weergegeven.

Rasterlijnen tonen

Als deze optie is aangevinkt, wordt in de detailweergave een raster weergegeven. Bij zeer lichte achtergrondkleur is het raster echter maar slecht te zien.

Bovenliggende map tonen '..'

Als deze optie is aangevinkt, wordt in de bovenste regel van de bestandenlijst '..' getoond als pictogram voor de (momenteel weergegeven map) bovenliggende map. Door dubbelklikken op deze regel kan de bovenliggende map worden geopend.

Grootte van de koppelingenmap (reparse-punten) negeren

Als deze optie is aangevinkt en in Windows analysepunten (reparse points) zijn gedefinieerd, wordt de grootte van de gekoppelde map bij de berekenening van de mapgrootte genegeerd.

Grote pictogrammen gebruiken voor details- en lijstweergave

Als deze optie is aangevinkt, worden vóór de items in de details- en lijstweergave grotere pictogrammen getoond.

Max. kolombreedte voor lijstweergave

Bij deze optie kan de kolombreedte in de lijstweergave worden ingesteld. Bij 0 wordt de breedte automatisch ingesteld. Uit een waarde kleiner dan 0 volgt een vaste breedte.

Lange bestandsnamen inkorten met in het midden een weglatingsteken (Lijst- en Detailsweergave)

Als deze optie is aangevinkt, worden lange bestandsnamen in de lijst- en detailweergaven ingekort, waarbij in plaats van de middelste tekens de hieronder gedefinieerde weglatingstekens worden weergegeven.

Deze inkorting vindt in lijstweergaven alleen plaats als de bestandsnaam langer is dan de maximale kolombreedte en de maximale kolombreedte niet 0 is.

Extensie rechts uitlijnen voor details- en lijstweergave

Als deze optie is aangevinkt, wordt de bestandsextensie in de kolom 'Naam' van de details- en lijstweergave rechts uitgelijnd weergegeven. De bestandsnaam wordt gewoon links uitgelijnd. Bovendien moet de volgende optie uitgeschakeld worden: Extra → Instellingen → Items selecteren → Algemeen: Windows-kleuren gebruiken.

Via ENTER voor meerdere geselecteerde bestanden

In deze optie kan worden ingesteld welke actie na activeren van de 'Enter-toets' moet worden uitgevoerd, als er meer bestanden zijn geselecteerd. De volgende acties kunnen worden geselecteerd:

Tijdstempelnotatie

In deze optie kan worden geselecteerd in welk formaat het tijdstempel van de laatste wijziging van bestanden en mappen wordt weergegeven. Het formaat heeft geen effect op de sortering. De keuze van 'Windows' heeft tot gevolg, dat het in Windows ingestelde datum- en tijdformaat wordt gebruikt. Om bijv. andere scheidingstekens in het geselecteerde formaat te gebruiken kan het formaat in het invoerveld worden bewerkt.

Aantal werkprocessen

In deze optie kan worden ingesteld met hoeveel werkprocessen (Threads, achtergrondprocessen) FreeCommander moet werken. Werkprocessen worden bijv. voor de weergave van miniaturen en voor gebruikerskolommen gebruikt. Als bijv. met veel gebruikerskolommen wordt gewerkt, werkt FreeCommander sneller, als het aantal wordt verhoogd.

Timeout in milliseconden bij het benaderen van netwerkstations

In deze instelling kan worden gedefinieerd hoeveel milliseconden geprobeerd moet worden om toegang te krijgen tot een netwerkschijf.